Klant Waardering 9,8

training,

training Interview Technieken

Interviewtechnieken

Doelen van een interview
Een interview kan verschillende doelen hebben. Een doel waarvoor een interview vaak gebruikt wordt is het inwinnen van relevante informatie. Verder is het belangrijk dat er valide antwoorden worden gegeven door de geïnterviewde. De interviewer moet zich bewust zijn van eventuele beperkende factoren in het interview. De informatie verkregen van de geïnterviewde moet kritisch geëvalueerd worden.
Een tweede doel van het interviewen is het oplossen van een probleem. De interviewer helpt bij het oplossen van een probleem van de geïnterviewde.

Indeling van interviews
Aan de techniek van het interviewen liggen verschillende principes ten grondslag. Eén van deze principes is het directief of non-directief zijn van een interview. Een directief interview houdt in dat de interviewer sterk sturend handelt. Dit doet de interviewer door te bepalen wanneer een nieuw onderwerp besproken wordt en door bijvoorbeeld te bepalen hoe lang een antwoord mag zijn. Een andere manier om het gesprek te sturen is door de geïnterviewde af te kappen of suggestieve vragen te stellen. Een voorbeeld van een directief interview is een verhoor van de politie.
Bij een non-directief interview treedt de interviewer minder sturend op. Wat door de geïnterviewde wordt ingebracht is de leidraad voor het gesprek. Er kan een openhartig gesprek plaatsvinden doordat er een bepaald gevoel van veiligheid wordt gegeven aan de geïnterviewde. Voor het behouden van een ontspannen sfeer kan de non-directieve stijl ook gebruikt worden.

Vaardigheden
Er zijn een aantal vaardigheden die bij het interviewen aan bod komen. Dit zijn de volgende:
o Vragen formuleren
o Vragen stellen
o Luisteren
o Antwoorden evalueren
o Doorvragen
o Antwoorden noteren
o Vragen verduidelijken
o Discussies vermijden

Soorten vragen

Open en gesloten vragen
Er kunnen zowel open vragen als gesloten vragen worden gesteld in een interview. Bij een open vraag is de geïnterviewde vrij in het geven van een antwoord. Hierdoor is er mogelijkheid voor uitbreidingen. Open vragen kunnen herkend worden aan het gebruik van een vragend voornaamwoord, dit zijn woorden zoals: wat, waar, waarom of hoe.

Voorbeeld van een open vraag
Wat zijn volgens u de voordelen van dagelijks sporten?

Door een gesloten vraag te stellen heeft de geïnterviewde een beperkt aantal antwoordmogelijkheden om uit te kiezen. Vaak bestaan deze antwoordmogelijkheden uit ‘ja’ of ‘nee’. Bij de categorie van gesloten vragen is de interviewer meer sturend aanwezig.

Voorbeeld van een gesloten vraag
Sport u dagelijks?

Overzicht met verschillen tussen open en gesloten vragen

Open vragen Gesloten vragen
1. Vragend voornaamwoord vooraan Werkwoord vooraan
2. Geven geïnterviewde vrijheid Beperken geïnterviewde bij antwoordmogelijkheden
3. Geven mogelijkheid tot uitweiding Korte antwoorden
4. Genuanceerde antwoorden ‘Ja’ of ‘nee’ antwoorden
5. Soms afdwaling van het doel Terugsturen naar het doel
6. Leiden naar meningen Leiden naar feiten
7. Interviewer is niet erg sturend Interviewer is sturend
8. Hoge acceptatie Hoge relevantie
9. Non-directief Directief

Hoofdvragen en doorvragen
Hoofdvragen hebben een inleiding en zijn de rode draad van een interview. Hoofdvragen geven het begin van een nieuw onderwerp aan. Als de geïnterviewde een antwoord geeft op een hoofdvraag kan aan de hand daarvan worden doorgevraagd. Doorvragen kan de gegeven informatie concreter maken. Doorvragen helpt ook om het gesprek op gang te brengen. Doorvragen kun je niet van tevoren gaan uitstippelen. Je gaat met doorvragen namelijk in op wat de geïnterviewde vertelt.

Directe en indirecte vragen
Als er een indirecte vraag wordt gesteld is het doel hiervan niet meteen duidelijk voor de geïnterviewde. Dit maakt indirecte vragen geschikt voor het vragen naar pijnlijke of ingewikkelde kwesties. Een directe vraag maakt duidelijk aan de geïnterviewde wat het doel is van de vraag. Met een directe vraag gaat u recht op uw doel af.

Voorbeeld
Indirect: Zou je een vriend de sportschool aanraden waar je nu sport?
Direct: Ben je tevreden met je sportschool?

Confronterende vragen
De geïnterviewde kan geconfronteerd worden als u tegenstrijdigheden in zijn of haar antwoord benoemt. Er kunnen ook tegenstrijdigheden zijn op het gebied van woorden en gedrag. Het confronteren van de geïnterviewde zorgt voor spanning. Het kan gebeuren dat de geïnterviewde waakzamer wordt. Als u de geïnterviewde wilt confronteren is het belangrijk dat u goed op de hoogte bent van de situatie en de feiten. Hiermee kunt u voorkomen dat u van het kastje naar de muur wordt gestuurd.

Suggestieve vragen
In de vraagstelling van een suggestieve vraag klinkt het gewenste antwoord al door. Deze vorm van vragen stellen is niet aan te raden, tenzij de interviewer graag een bekentenis wil van de geïnterviewde. Als de geïnterviewde onbewust of bewust dingen achterhoudt, dan kan een suggestieve vraag ook op zijn plaats zijn.

Voorbeeld
Denk je niet dat je beter naar die andere sportschool kan gaan?
Ik ben hier toch om je te helpen?
10.4.6 Verduidelijken van de vraag
Het kan gebeuren dat een vraag die u gesteld heeft niet helemaal duidelijk is voor uw gesprekspartner. Het is dan van belang om uw vraag te verduidelijken door:
o De vraag opnieuw te stellen: ‘’Misschien helpt het als ik de vraag nog een keer herhaal:….’’
o Om toelichting te vragen: ‘’Kunt u mij vertellen wat u niet begrijpt aan de vraag?’’
o Te verduidelijken: ‘’Oké, ik snap wat u niet begrijpt. Ik zal proberen het beter uit te leggen.’’
o Op uw hoede te blijven: Geef geen voorbeeldantwoorden, dan stuurt u de geïnterviewde namelijk in zijn of haar antwoord.



De kunst van het vragen stellen
De kunst van het vragen stellen zit in de techniek ‘luisteren – samenvatten – doorvragen’. Als u deze techniek hanteert wordt het stellen van vragen en het verkrijgen van de juiste informatie vergemakkelijkt.

Luisteren
Luisteren is een belangrijk onderdeel van het vragen stellen. Luisteren doet u met uw hele lichaam. Door gebruik te maken van uw lichaamshouding laat u de ander zien dat u geïnteresseerd bent in wat hij te zeggen heeft. Denk er om dat u een open houding heeft, oogcontact maakt, dat u knikt en humt, aantekeningen maakt (indien nodig) en dat uw non-verbale taal meegaat met uw gesprekspartner (verkleinen van de afstand of juist vergroten, spiegelen van de gebaren).
Let verder ook op:
• Wat iemand letterlijk zegt
• De manier waarop de woorden worden uitgesproken door de ander (toon, volume, kracht)
• De lichaamstaal van de ander (houding, gezichtsuitdrukking en gebaren).

Samenvatten
Als uw gesprekspartner is uitgesproken vat datgene wat gezegd is dan samen in uw eigen woorden. Check of u goed begrepen hebt wat de ander bedoeld heeft. Geef de ander de gelegenheid uw samenvatting te corrigeren. Samenvatten geeft structuur aan het gesprek.

Doorvragen
Let goed op of u aanknopingspunten kunt vinden om verder door te vragen. Aanknopingspunten kunnen bijvoorbeeld vaagheden, subjectieve uitlatingen, aannames, algemene waarheden en formuleringen met ‘kunnen’ of ‘moeten’ zijn. Let vooral op wat de ander zegt en wat hij niet zegt.

Voorbeelden:
A: ‘Mijn medewerkers zijn blij.’ ’De directie is nu eindelijk tevreden.’
B: ‘Hoe weet je dat?’ (doorvragen)

A: ’Ik moet deze deadline halen!’
B: ’Wat gebeurt er als je het niet haalt?’ (doorvraag)
11.6 Vage formuleringen
Er zijn een aantal formuleringen van vragen die beter niet gebruikt kunnen worden. Deze zullen nu besproken worden.

Meerkeuzevraag
Door het stellen van een meerkeuzevraag wordt de geïnterviewde beperkt in zijn of haar antwoordmogelijkheden. Dit kan leiden tot minder betrouwbare antwoorden omdat de geïnterviewde geen andere antwoorden kan geven die misschien beter bij hem passen.
Soms kan de meerkeuzevraag wel van toepassing zijn in een interview. Bijvoorbeeld wanneer de geïnterviewde erg uitgebreid antwoord geeft en er weinig tijd is.

Vraag te ruim gesteld
Hoe ruim vragen gesteld kunnen wordt bepaald door het doel. Als het doel van het gesprek duidelijk is aangegeven weet de geïnterviewde wat hij kan verwachten en wat relevant is om te vertellen. Vaak wordt in het begin van een gesprek een te ruime vraag gesteld waardoor de geïnterviewde een antwoord van bijvoorbeeld een halfuur kan geven. Dit is jammer van de tijd die beschikbaar is voor het interview.

Verschillende vragen ineen
Als er verschillende vragen in één keer worden gesteld, wordt vaak alleen antwoord gegeven op de laatste vraag. Op de andere vragen wordt dan dus geen antwoord gegeven. Dit komt omdat mensen niet alle vragen kunnen onthouden. Het is beter om één vraag te stellen, het antwoord af te wachten en vervolgens uw andere vraag te stellen.

Meedelende vraag
Een vraag die iets meedeelt is niet bevorderend voor het krijgen van een antwoord. Een dergelijke vraag klinkt meer als een conclusie. Een voorbeeld is: ‘Je wilt wel sporten?’ in plaats van ‘Wil je mee sporten’?

Voorbarige conclusie
Een conclusie kan handig zijn in een gesprek maar als het de mening van de interviewer weergeeft in plaats van de mening van de geïnterviewde, is het suggestief. Als de geïnterviewde zo’n conclusie krijgt te horen kan hij in de verdediging schieten.
Een voorbeeld van een voorbarige conclusie is het volgende:

Kennis moet Beklijven

Training Interviewtechnieken, interviewvaardigheden Groepen

Onze kenmerken

BV&T zorgt voor een optimale kennisopname. Dit realiseren wij door middel van onze praktijkgerichte aanpak. Daarnaast geven wij vaak het advies om een training of cursus niet in enkele dagen achterelkaar te volgen, maar om deze over meerdere weken te verspreiden. Hierdoor zal de kennis namelijk beter opgenomen worden.

Traject op maat

Training Interviewtechnieken, interviewvaardigheden Groepen

Hoe wij werken

Wanneer u een training of cursus bij BV&T aanvraagt, zal deze op maat gemaakt worden. Dit houdt in dat u de inhoud van de training of cursus bepaalt. Op deze manier ontwikkelen wij een inspirerend leertraject dat naadloos aansluit op uw organisatie. Tevens worden onze bedrijfsonderzoeken ook op maat gemaakt.